De waarde van een weerstand wordt aangegeven in ohm, met het symbool Ω. In schema's wordt het symbool gebruikt zoals aangegeven in tekening 1. Een weerstand heeft geen polariteit, dus het maakt niets uit hoe u een weerstand aansluit.

Afbeelding 1
De weerstand bestaat in meerdere typen
- De koolfilmweerstand, waarop een dun laagje kool is aangebracht.
- De metaalfilmweerstand, waarop een dun laagje metaal is aangebracht.
- De draadgewonden weerstand. Bij dit type is een stuk weerstanddraad om een keramische kern gewikkeld. De lengte én de diameter van de draad bepalen de weerstandswaarde.
Weerstandcodering
In schema's worden afkortingen voor de waarden gebruikt. Zouden we alle
weerstandwaarden voluit in het schema noteren, dan zou het schema
onleesbaar worden. De waarden worden aangegeven met een hoofdletter,
zoals de T voor Terra ohm en de M voor Mega ohm, behalve de kΩ, die
wordt als 'k' geschreven.
Bij waarden van 1000 ohm en hoger gaat het zo: 1000 ohm = 1k, 4700 ohm =
4k7, 12000 ohm = 12k, 1000000 ohm = 1M, 3300000 ohm = 3M3 enz.
Bij waarden onder de 1000 ohm wordt een R achteraan de waarde
toegevoegd; zo wordt 56 ohm geschreven als 56R, en 720 ohm als 720R.
Bij waarden onder de één ohm wordt het op deze manier aangegeven: er
staat een R vòòr de waardeaanduiding: R47 = 0,47 ohm.
Wanneer de letter R tussen de cijfers staat hebben we te maken met een
weerstand met achter de komma een decimale waarde, bijvoorbeeld 1R8 =
1,8 Ω (vroeger werd bij de firma Philips de letter E gebruikt in plaats
van de R. Een weerstand van 6E8 is dus hetzelfde als 6R8 en heeft dus
een waarde van 6,8 Ω).
Weerstanden zijn ingedeeld in E-Reeksen. Een E-reeks is een vastgelegde,
uniforme reeks van waarden. De volgende E-reeksen zijn in de handel: E6,
E12, E24, E48, E96 en E192.
In de E12-reeks (standaard waarden met 10% tolerantie) komen de volgende
waarden voor: 10, 12, 15, 18, 22, 27, 33, 39, 47, 56, 68, 82. Tot deze
reeks behoren b.v. de waarden 12 ohm, 220 ohm, 33 kΩ, 560 kΩ enz.
De waarden in de E-reeksen zijn zo gekozen dat de weerstandswaarden
binnen de tolerantiegrenzen elkaar niet of nauwelijks overlappen.
In de E24-reeks (weerstanden met 5% tolerantie) komen de volgende
waarden voor: 10, 11, 12, 13, 15, 16, 18, 20, 22, 24, 27, 30, 33, 36,
39, 43, 47, 51, 56, 62, 68, 75, 82, 91. Tot deze reeks behoren b.v. de
waarden 11 ohm, 240 ohm, 36k, 510k enz.
Weerstanden zijn voorzien van een gestandaardiseerde code in de vorm van gekleurde ringen.

Afbeelding 2
Bij koolfilm-weerstanden staan vier ringen op de weerstand. We moeten de
weerstand met de zilveren of gouden ring aan de rechterzijde houden (zie
tabel 2). Daarna kunnen we aan de hand van de kleurcode (van links naar
rechts lezend) de waarde achterhalen.
Wanneer we een weerstand hebben met de kleuren: bruin-zwart-rood-goud,
dan is de waarde 1 0 × 100 = 1000 ohm ofwel 1k, met een tolerantie van
5%. Een weerstand met de kleuren oranje-wit-geel-rood heeft een waarde
van 3 9 × 10k = 390k met een tolerantie van 2%. Een weerstand met de
kleuren groen-blauw-goud-goud heeft een waarde van 5 6 × 0,1 = 5,6 ohm
met een tolerantie van 5%. Soms staan er maar drie ringen op de
weerstand, dan heeft deze een tolerantie van 20%.

Afbeelding 3
Bij metaalfilm-weerstanden staan vijf (en soms zes) ringen op de
weerstand. We moeten de weerstand met de ringen aan de linkerzijde
vasthouden (zie tabel 3). Daarna kunnen we aan de hand van de kleurcode
de waarde achterhalen.
Wanneer we een weerstand hebben met de kleuren:
bruin-bruin-zwart-rood-goud, dan is de waarde 1 1 0 × 100 = 11k met een
tolerantie van 5%. Een weerstand met de kleuren
oranje-wit-zwart-rood-rood heeft een waarde van 3 9 0 × 100 = 39k met
een tolerantie van 2%.
Een weerstand met de kleuren groen-blauw-bruin-blauw-groen heeft een
waarde van 5 6 1 × 1M = 561 Mega ohm met een tolerantie van 0,5%. Een
eventuele zesde ring geeft de temperatuurcoëfficiënt aan. (561 Mega ohm
wordt in vaktermen '561 Meg' genoemd).
Bij het berekenen van weerstandswaarden dient u altijd af te ronden naar
de eerstvolgende verkrijgbare hogere waarde, zie Tolerantie.